Voors en tegens: een eerste balans over de aangekondigde Triathlon World Tour
In dit artikel:
Een week na het aangekondigde samenwerkingsakkoord tussen de PTO (Professional Triathletes Organisation) en World Triathlon is duidelijk dat de machtsverhoudingen in de triathlonsport verschuiven: beide partijen presenteerden een vernieuwde Triathlon World Tour waarin niet alleen de PTO’s T100 huishoudt, maar ook een T50 (voormalige World Triathlon Championship Series/WTCS) en een Challenger Series (voormalige World Triathlon Cups) zullen opgaan. De nieuwe opzet moet vanaf 2027 volledig werken; nu al zijn er duidelijke plus- en minpunten te benoemen.
Wat verandert en waarom het belangrijk is
- Structuur: het nieuwe model centraliseert de hooggeplaatste events onder één merk, waardoor het aantal aparte wereldkampioenschappen afneemt. Voor buitenstaanders wordt de sport daarmee overzichtelijker en makkelijker te volgen.
- Kalender en media: de PTO bouwt een groot portfolio dat in 2027 neerkomt op zo’n honderd wedstrijden verspreid over de drie niveaus. Door kortere formats en het vanaf 2026 scheiden van mannen- en vrouwenwedstrijden wil men uitzendingen aantrekkelijker en beter verkoopbaar maken.
Voordelen
- Meer helderheid: minder versnippering in titels en een eenduidiger topcompetitie maakt de sport beter uitlegbaar aan een breed publiek.
- Commerciële slagkracht: de PTO kan beter en agressiever investeren in uitzendrechten en productontwikkeling, wat de zichtbaarheid van de sport internationaal kan vergroten.
- Professionalisering van besturing: door commercie en bestuurlijke taken sterker te scheiden kan World Triathlon zich institutioneler opstellen en meer bestuurlijke daadkracht ontwikkelen zonder alle financiële risico’s zelf te dragen.
- Olympische kansen: de PTO’s ambitie voor T100 als mogelijk Olympisch nummer lijkt met deze consolidatie realistischer; op termijn zou er naast de huidige Olympische afstand (T50) en Mixed Team Relay ook een T100 op de Olympische agenda kunnen staan.
Nadelen en risico’s
- Minder doorstroommogelijkheden: het schrappen of minder belangrijk maken van veel kampioenschapswedstrijden beperkt podiumkansen en mediabelangstelling voor opkomende, minder bekende atleten. De Challenger Series zal vermoedelijk veel minder aandacht krijgen dan T100/T50.
- Monopolievrees: de PTO krijgt met de Triathlon World Tour een groter deel van het commerciële ecosysteem in handen, terwijl World Triathlon commercieel eigendom en exploitatie deels overdraagt. Dat levert financiële stabiliteit maar ook mogelijke machtsoverdracht weg van de internationale bond.
- Integriteits- en governancezorgen: World Triathlon kwam recent negatief in het nieuws en er is onduidelijkheid of de organisatie adequaat kan omgaan met grote geldstromen. Dat roept vragen op over waar investeringen terechtkomen en het risico op zelfverrijking.
- Atletenbelangen: vroegere PTO-beloften over sterke atleetinspraak en zelfs mede-eigendom zijn weinig uitgekomen. Daarnaast kwamen klachten over achterstallig prijzengeld van profs naar buiten; een grotere commerciële consolidatie kan de positie van atleten verder verzwakken.
Eindoordeel
De fusie tussen PTO en World Triathlon brengt zowel kansen als reële risico’s. De sport kan profiteren van een helderder competitieformat, betere mediaproducten en meer commerciële investeringen, maar deze voordelen gaan gepaard met minder zichtbaarheid voor beginnende toppers, concentratie van macht en onopgeloste governancevraagstukken. Of de reorganisatie uiteindelijk positief uitpakt voor de brede triathlonsport en de atleten zelf, moet de praktijk gaan uitwijzen naarmate het systeem vanaf 2027 in werking treedt.