Menno Koolhaas na historische IM Arizona: 'Ik kan nog steeds doorgroeien, heb mijn limiet nog niet bereikt'
In dit artikel:
“Ik kan het nog.” Met die kreet — lichtvoetig gebracht — hervatte Menno Koolhaas deze week zijn eerste zwemtraining nadat hij afgelopen weekend verrassend en overtuigend won bij Ironman Arizona. De prestatie was historisch voor hem: een totaaltijd van 7:28:52, ruim onder de 7:30-grens en een stevige verbetering van het Nederlandse record. Zijn onderdelen: 48:00 minuten zwemmen, 4:01:26 uur fietsen en een marathon in 2:35:47.
De dag na de race vierde Koolhaas kort met ploeggenoten zoals Milan Brons, Joep Staps en Daaf Plomp, deed ludieke activiteiten (een bezoek aan een schietbaan, golf) en begon de reis naar huis. Na een vlucht en afspraken in Nederland pakte hij donderdag weer voorzichtig training op; deze week staat in het teken van rustig herstel, met scherpe opbouw van intensiteit vanaf volgende week.
Koolhaas zelf blijft deels nuchter over de uitslag: zijn hoofddoel was winnen en die ‘1’ achter zijn naam stond centraal. Toch spreekt het resultaat boekdelen: in Arizona bouwde hij al vroeg een voorsprong tijdens het zwemmen, maakte op de fiets het verschil door de kopgroep te slinken en nam hij veel kopwerk voor zijn rekening — samen met Ben Kanute — met hogere wattages dan hij op Kona produceerde. De marathon liep hij in 2:35, al zag hij de laatste acht kilometer als minder sterk door problemen met het opnemen van voeding; daar verloor hij iets van zijn perfecte ritme. Bovendien denkt hij dat hij in het water nog ongeveer twee minuten zou kunnen winnen.
De overwinning leverde hem meteen een WK-ticket op voor Kona 2026. Daarmee zijn zijn grote doelen voor volgend jaar duidelijk: Challenge Roth en het Ironman WK op Kona. Die ambitie komt ondanks een lastige periode met blessureleed: Koolhaas kampt met versleten kraakbeen in zijn enkel, wat pijn geeft en zijn maximale wekelijkse loopomvang beperkt tot zo’n 80–85 kilometer in plaats van de gewenste 100–110. Artsen waarschuwen voor voorzichtigheid omdat verdere schade zijn carrière kan beïnvloeden; de toestand wordt aan het eind van het seizoen opnieuw beoordeeld. Aan herstel valt het kraakbeen niet te repareren, maar op dit moment functioneert hij voldoende om op topniveau te presteren.
Koolhaas ziet nog ruimte voor verbetering en mikt op snellere marathonplaatsen (hij denkt een 2:30 mogelijk te maken) om structureel mee te kunnen met de absolute wereldtop — namen als Casper Stornes, Kristian Blummenfelt, Sam Laidlow en Marten van Riel passeren in dat plaatje. Voor 2026 blijft hij flexibel in zijn programma: naast Roth en Kona overweegt hij nationale wedstrijden en T100-races. Dit seizoen staat hij ook nog gepland voor de T100 Grand Final in Qatar.
Kort samengevat: Menno Koolhaas leverde in Arizona waarschijnlijk de beste race uit zijn carrière, combineerde tactisch sterke prestaties in alle drie de onderdelen en behaalde daarmee zowel een spectaculaire tijd als een wereldkampioenschapsstartbewijs, terwijl hij tegelijk omgaat met blijvende fysieke beperkingen die zijn toekomstplanning mede bepalen.